Verleden tijd van wassen
Enkelvoud
- ik
- jij
- je
- u
- zij
- ze
- hij
waste
Meervoud
- wij
- we
- zij
- ze
- jullie
wasten
Voltooid deelwoord
- hebben
- zijn
gewassen
Enkelvoud
- ik
- jij
- je
- u
- zij
- ze
- hij
wies
Meervoud
- wij
- we
- zij
- ze
- jullie
wiesen
Voltooid deelwoord
- hebben
- zijn