Verleden tijd van terechtwijzen

Enkelvoud

  • ik
  • jij
  • je
  • u
  • zij
  • ze
  • hij

wees terecht

Meervoud

  • wij
  • we
  • zij
  • ze
  • jullie

wezen terecht

Voltooid deelwoord

  • hebben
  • zijn

terechtgewezen